De toren van de Sint-Bartholomeuskerk in de Hanzestad Demmin begroet bezoekers al van verre. De bouw van de kerk begon aan het einde van de 13e of het begin van de 14e eeuw.
Het bakstenen gebouw werd in 1867 opnieuw ontworpen door niemand minder dan de Pruisische bouwmeester Friedrich August Stüler. Met een toren van bijna 100 meter hoog is de kerk een van de grootste stadskerken in de regio West-Pommeren.
De naam gaat terug naar de discipel van Jezus Bartholomeüs, in het Nieuwe Testament ook bekend als Nathanaël, die door immigrantenkolonisten werd vereerd als de beschermheilige van hun gilden. Het interieur van de driebeukige hallenkerk, die momenteel wordt gerestaureerd volgens Stülers ontwerpen uit 1867, is ongewoon helder. Speciale kenmerken van het interieur zijn neogotische fresco's en gebrandschilderde ramen met scènes uit de Sint-Bartholomeusnacht.
Bij binnenkomst zullen bezoekers de levensgrote gipsen beelden in het koor en de Stüler preekstoel opmerken. Het is gemodelleerd naar de vorm van de stenen toren en heeft vijf standbeelden: dat van bisschop Otto von Bamberg, dat van de Pommerse hertog Wartislaw I, dat van Alwinius, de eerste priester van de kerk, dat van Maarten Luther en dat van Johannes Bugenhagen. Een permanente tentoonstelling vertelt het verhaal van de persoon en de zendingsreis van Otto von Bamberg, die een tussenstop maakte in Demmin. In 2011 vierde de kerk de tiende verjaardag van het Buchholz-orgel.