St Katharinen is een van de weinige kloosters in Noord-Duitsland waarvan de gotische substantie bijna volledig bewaard is gebleven. Het werd in 1251 gesticht door Dominicanen.
Het klooster werd gesticht door prins Jaromar II van Rügen. Oorspronkelijk was dit bakstenen gebouw een 73 meter lange, driebeukige hallenkerk. Een bijzonder architectonisch kenmerk is de kapittelzaal met zijn prachtige geribde gewelf, ondersteund door acht slanke pilaren met gewelfschilderingen uit de 15e eeuw. Het is een van de mooiste interieurs van de Nederduitse baksteengotiek. De Remter van het klooster is een van de meest indrukwekkende gotische interieurs in Noord-Duitsland. Dankzij de architectonische schoonheid en de uitstekende akoestiek biedt het vandaag de dag nog steeds de beste omstandigheden voor concerten. Met de Reformatie kwam het Sint-Catharinaklooster in het bezit van de stad. In 1560 verhuisden de leerlingen en leraren van het gymnasium dat toen werd opgericht naar het westelijke deel. Het humanistische onderwijscentrum was hier tot 1945 gevestigd. Het oostelijke deel van het klooster was tot 1919 een stedelijk weeshuis. Door de eeuwen heen werden er talloze verbouwingen uitgevoerd, maar de architectonische charme van de verschillende ruimtes is bewaard gebleven. Na uitgebreide restauratiewerkzaamheden tussen 1921 en 1924 werd het de thuisbasis van het Provinciaal Museum voor Nieuw-West-Pommeren en Rügen. Met zijn meer dan 50 kamers herbergt het Katharinenkloster sinds 1924 het Museum voor Cultuurgeschiedenis en sinds 1951 het Duitse Maritiem Museum en Aquarium. In 1973 werd in de hallenkerk een zelfdragende constructie geïnstalleerd, waardoor het Duitse Maritiem Museum het klooster intensief kon gebruiken als tentoonstellingsruimte.