Friedrich Wilhelm Buttel - toen groothertogelijk bouwmeester in Mecklenburg-Strelitz en leerling van de Pruisische bouwmeester Schinkel - bouwde hier zijn eerste kerk.
De kerk van Conow werd in 1826 gebouwd volgens de plannen van Friedrich Wilhelm Buttel (1796-1869), die een blijvende invloed had op het architectonische landschap van de regio dankzij zijn werk als bouwmeester in het Groothertogdom Mecklenburg-Strelitz. Zijn classicistische en neogotische vormentaal, die afkomstig was van de Berlijnse Bauakademie, is ook duidelijk te zien in zijn eerste sacrale gebouw, de Conow-kerk. De eenvoud van het gebouw zou later een bewust stijlmiddel worden in al zijn kerken in Mecklenburg. In Conow staat bijvoorbeeld een torenloze hallenkerk van rode baksteen met een lengte van 10,4 meter en een breedte van 6 meter. Een klok van gegoten staal hangt vrij boven de ingang, waarop alleen een Pruisische adelaar in reliëf is aangebracht. Binnen is de kerk bijna helemaal wit om de blik direct naar het altaar op de preekstoel te leiden. Dit dateert uit de tijd dat de kerk werd gebouwd en is omgeven door een lichtbarrière. Een bijzonder kenmerk zijn de twee symmetrische trappen, waardoor de houten constructie zich over bijna de hele breedte van het kerkgebouw uitstrekt. Het enige kleuraccent is een plechtige rode streep die de muren van de kerk boven de hoofden siert. Dat de kerk vandaag de dag weer in haar oorspronkelijke pracht en praal kan schitteren, is te danken aan een groot aantal donaties. In 2010/11 werd de hele kerk, inclusief het interieur, uitgebreid en grondig gerenoveerd. De Evangelisch-Lutherse parochie Feldberg organiseert speciale diensten in Conow, zoals de kerstnachtdienst.