Een van de vroegste neogotische kerken met een bijzonder elegant ontwerp. Zeldzaam preekstoelaltaar en Runge-orgel in het interieur.
De Mirow kerk werd tussen 1842 en 1845 gebouwd op de fundamenten van haar middeleeuwse voorganger. Daarmee is het een van de vroegste neogotische godshuizen en wordt het beschouwd als een bijzonder hoogwaardig en perfect gevormd voorbeeld van neogotische architectuur in de regio Schwerin. Er zijn twee klokken in de toren, waarvan het platte dak niet meer overeenkomt met de puntige oorspronkelijke staat. Een ervan komt uit de vorige kerk, terwijl de tweede in 1845 in Wismar werd gegoten. Het kanselaltaar is nogal ongebruikelijk voor een Mecklenburgse kerk. Het altaarstuk stelt de "Emmaüsgangers" voor en is een kopie van een schilderij uit de Georgenkirche in Parchim. Zoals in veel Lewitz-kerken is ook in Mirow een orgel van orgelbouwer Runge te horen.