De serre en het tegenoverliggende Kavaliershaus in de paleistuinen van Schwerin vormen een indrukwekkend architectonisch ensemble, ontworpen door Peter Joseph Lenné en Georg Adolph Demmler. Ingebed in een uitgestrekt landschapspark dienden ze als zomerresidentie en symboliseren ze de gastvrijheid van de groothertogelijke familie.
Tussen 1838 en 1845 bezocht de beroemde tuinarchitect Peter Joseph Lenné Schwerin vier keer om in opdracht van de groothertog de paleistuinen opnieuw in te richten. Hij ontwierp een uitgestrekt landschapspark, dat werd gerealiseerd door Theodor Klett. In dit park staan de Greenhouse, een woongebouw met een kas, en het Kavaliershaus, beide ingebed in de door Lenné geplande Engelse tuin.
De Greenhouse, gelegen aan de noordoostelijke rand van de paleistuinen, werd gebruikt voor sociale doeleinden in opdracht van groothertogin Alexandrine van Mecklenburg. Samen met het tegenoverliggende Kavaliershuis vormt het een indrukwekkend architecturaal ensemble en markeert het de overgang naar het villagedeelte van het paleistuinkwartier. Het Kavaliershaus, een twee verdiepingen tellend gebouw in classicistische stijl, werd in 1839 ontworpen door Georg Adolph Demmler als aanvulling op de serre.
In 1838 gaf de groothertog Carl Heinrich Wünsch de opdracht om een privépaleis te bouwen als zomerresidentie in het midden van het nieuwe landschapspark. De bouw van het Kavaliershaus volgde in 1840. De architectuur van de serre en het Kavaliershaus weerspiegelen de gastvrijheid en het kosmopolitisme van de groothertogelijke familie.