Tijdens wandelingen door de bossen van het merengebied kan de oplettende waarnemer soms de overblijfselen van nederzettingen vinden. Sommige zijn honderden jaren geleden verlaten, maar het dorp Krüselin is nog niet zo lang geleden.
Bijna in Brandenburg, ruim twee kilometer voor de grens, ligt een open plek in een bosrijk gebied. Op het eerste gezicht is het echter niet duidelijk dat er een bewogen geschiedenis achter schuilgaat, maar een informatiebord geeft informatie over het voormalige dorp dat hier lag. Het verlaten dorp Krüselin (Truzelin geheten in 1393, Krüselin vanaf 1422, naar Kühnel = zandplaats) ligt al in het zandgebied van de landschapsbepalende Vistula-gletsjerperiode, dat vooral wordt gekenmerkt door ondiepe grindafzettingen. Krüselin was een voormalig kerkdorp uit de Duitse kolonisatie van het oosten in de 14e eeuw. Het werd voor het eerst genoemd in 1393 en voor het eerst verlaten in 1440. Vele jaren later werd het oude dorp echter herinnerd en in 1724 herbouwd als melkerij. In 1885 woonden er iets minder dan 60 mensen in het dorp. Vanaf het begin van de 20e eeuw diende Krüselin als boswachterspost en waren er drie bosarbeidersboerderijen gevestigd. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse Wehrmacht het dorp als schuilplaats voor het Rode Leger. Tijdens de gevechten werd het dorp volledig verwoest. Vandaag de dag getuigen de fundamenten van huizen, een oude putschacht van rotsmetselwerk en een vijver nog van het bestaan van het dorp Krüselin. Op het dorpsplein staat een zilveren linde met een gedenksteen voor de zoon van de boswachtersfamilie Knebusch die kort voor Kerstmis 1915 stierf. De Krüselinsee, op iets minder dan 2 kilometer afstand, en de voormalige molen van Krüselin (nu een restaurant), aan de oevers waarvan het ligt, dragen ook een herinnering aan het huidige verlaten dorp in hun namen.