Tussen Schwerin en Güstrow ligt het typisch Mecklenburgse stadje Sternberg, waarvan alleen al de ongewoon grote stadskerk een bezoek waard is. Het dankt zijn grootte aan de Mecklenburgse prins Hendrik II, die na een stadsbrand in 1309 begon met de systematische wederopbouw van de stad en de bouw van de imposante kerk. Een jaar later maakte hij van Sternberg zijn hoofdverblijfplaats.
Op de plaats van het huidige Sternberg stond al in de 7e en 8e eeuw een Slavisch kasteel op een heuvel. Prins Pribislaw I van Parchim-Richenberg stichtte in 1248 de stad Sternberg, die na een brand in 1309 systematisch werd herbouwd door prins Hendrik II en werd aangewezen als zijn residentie. De stadskerk begon in 1309 als een bakstenen gebouw en werd voltooid in 1322. Het was gebouwd als een driebeukige hallenkerk met vijf traveeën. Tijdens restauratiewerkzaamheden in 1895 werden schilderingen uit de 14e eeuw ontdekt en gerestaureerd met grote toevoegingen.De Sternbergse stadskerk is een driebeukige, vijf traveeën tellende bakstenen hallenkerk. Het behoort tot het type koorloze hallen, aangezien het schip en het koor structureel gescheiden zijn.
Bijzondere bezienswaardigheden zijn een Walcker-orgel, een van de laatst bewaarde orgels in Mecklenburg-Vorpommern, en een groot fresco dat de invoering van de Reformatie in 1549 uitbeeldt.