De huidige dorpskerk vervangt de kerk van Domherrenhagen (verlaten in 1458) en werd gebouwd vanaf 1485. Tegenwoordig is de "Rambow Kerk Vereniging" verantwoordelijk voor het behoud van de kerk.
Aanvankelijk had het waarschijnlijk alleen een houten klokkentoren. Het gebouw werd echter rond 1590 uitgebreid door Dietrich Moltzan en in 1625/32 door zijn zoon Berendt Ludolf Moltzan. De eiken wapenschilden van deze laatste en zijn vrouw Anna von Staffhorst zijn te zien op de oostgevel. Ten westen van het rechthoekige veldstenen gebouw staat een smalle toren (1590) met een zeer hoge spits (31 meter). Sinds enige tijd heeft het alleen nog een provisorisch dak in de vorm van een piramide. De oostgevel (1632) is versierd met renaissance-architectuur. Het ooit rijkelijk vergulde driedelige altaarstuk toont gelambriseerde afbeeldingen ontworpen door Albrecht Dürer, de Geboorte, Passie, Wederopstanding en Hemelvaart van Christus. Op de achterkant staan afbeeldingen van het vorige altaar. De wapenschilden van de families von Moltzan en von Bülow staan ook op de preekstoel en de patronengalerij. De preekstoel, het altaar en de biechtstoel zijn van 1590, de rest van het meubilair dateert van de laatste renovatie in 1865. Op de binnenste zuidmuur staat een wapenschild met een ridderharnas. Beide verwijzen naar de Zweedse generaal Carl Didriksson Ruuth. Hij was een beroemde commandant in Halberstadt, Landsberg/Warthe en Stettin en commandant van Elbing toen hij stierf. Na de Dertigjarige Oorlog kwam hij in 1649/50 naar Ulrichshusen, was de beschermheilige van de kerk en ligt hier begraven. Ruuth schonk ook een torenuurwerk met een uursklok in 1649. Na 1822 kwam het onder onduidelijke omstandigheden naar Penzlin. Na 20 jaar onderhandelen werd het teruggegeven aan Rambow in ruil voor een andere kleine klok. Sinds 2011 luidt hij hier elk half uur. De inscriptie luidt "Alle Stund ein Schritt neer kombt der Tod geschlichen herr." De kerk heeft pas sinds 2011 een orgel. Het werd in 1933 gebouwd door het traditionele Deense bedrijf Marcusson, wiens instrumenten ook te horen zijn in de kathedralen van Lübeck en Lund. Tot 2011 stond het in Mannheim.