De Johanneskerk in Zirkow is een bakstenen kerk met een rotsbodem uit de 15e eeuw.
Er zijn aanwijzingen dat er al in 1313 een priester was in het voormalige boerendorp Zirkow. De huidige bakstenen kerk met zwerfkeien dateert echter uit de eerste helft van de 15e eeuw. Het koor met twee traveeën en geribde gewelven werd als eerste gebouwd. Een ambachtsman, Bartholomäus Blome, kerfde zijn naam en het jaartal 1417 in een gewelfkap. De smalle kerktoren met zijn met leien bedekte achthoekige spits dateert uit dezelfde periode. In de toren hangt een bronzen klok uit 1469 en een stalen klok uit 1929. Een bijzonder kenmerk van het interieur is het kanselaltaar uit de eerste helft van de 18e eeuw. Dubbele zuilen flankeren de preekstoel. Trappen die aan beide zijden naar beneden leiden, verbinden het altaar met de twee biechtstoelen, die nu als sacristie worden gebruikt. De doopvont staat in het middenpad op weg naar het altaar. Erboven zweeft een doop-engel die typerend is voor veel Pommerse kerken uit dezelfde periode als het kanselaltaar. De gewelfschilderingen werden in 1948 blootgelegd. Naast ornamenten zijn er groteske maskers te zien. Het mechanische orgel werd rond 1859 gebouwd door de Stralsundse orgelbouwer A. Mehmel en heeft negen registers.